Project
Amsterdam Living Lab
Tijdens het Amsterdam Living Lab dragen 100 bewoners van Amsterdam actief bij aan onderzoek over het klimaat in huis. Elk living lab van het bredere EU-project I-CHANGE heeft een focus op een klimaatprobleem. In samenwerking met het AMS Institute en Wageningen University & Research (WUR) wordt er in Amsterdam gekeken naar hitte, en door middel van citizen science naar het binnenklimaat.
Binnen de vakgroepen van WUR is er al veel onderzoek gedaan naar hitte in de stad, maar er was nog weinig bekend over het binnenklimaat. Vooral zwakkere mensen hebben last van hitte. Als het ’s avonds niet afkoelt, kunnen zij niet herstellen. Daarnaast vertellen bewoners van Amsterdam graag over hun eigen ervaringen met hitte en het blijkt dan ook een groter probleem dan gedacht. Bij één van de bewoners is het bijzonder merkwaardig. Bij buitentemperaturen van 26 graden kon het bij hem thuis al opwarmen tot 42 graden. Het hoofddoel van het project is om dit binnenklimaat in beeld te brengen. De bewoners spraken onderling over het probleem en op die manier zijn er door middel van een sneeuwbaleffect uiteindelijk 100 mensen verzameld die mee wilden doen aan het onderzoek. Als onderdeel van I-CHANGE is het Living Lab in Amsterdam opgezet.
Bij de deelnemers werden weerstations geplaatst in de woon- en slaapkamer. De weerstations meten niet alleen temperatuur, maar ook luchtvochtigheid en CO2 concentratie. De data wordt gebruikt voor het onderzoek, maar de deelnemers krijgen zelf ook toegang tot de data in een app. Dit vergroot het bewustzijn over hitte in huis. Zo is het duidelijker wanneer de mensen kunnen ventileren (het raam openzetten). En dat ventilatie nodig is geldt niet alleen voor de temperatuur. Een voorbeeld is dat een vader realiseerde dat ’s nachts de CO2 waarden te hoog werden in de kamer van zijn kindje. Ze houden nu altijd het raam op een kiertje.
Resultaten
Al snel bleek dat het verschil in temperatuur tussen binnen en buiten groter is dan verwacht. Het netwerk van 24 weerstations dat al aanwezig was in de buitenruimte van Amsterdam faciliteert de mogelijkheid voor de onderzoekers om de data te vergelijken met de buitentemperatuur. Met klimaatverandering, stedelijk hitte-eiland effect en hoge binnentemperaturen is hitte is de stad een lastig probleem. Vooral voor mensen die binnen zitten en ’s avonds moeilijk kunnen slapen door de hitte. Met de data van de binnen weerstations kan de enorme vertraging van afkoeling binnenshuis aangetoond worden. Als het buiten begint af te koelen warmt het nog 4 uur lang op in huis door de thermische massa van het gebouw. Daarnaast, als er sprake is geweest van een hittegolf blijft de hitte nog 5 dagen lang hangen (zie ook afbeelding 1). Dit zou kunnen betekenen dat hitteplannen, van onder andere RIVM, nog 5 dagen langer in actie zouden moeten blijven. Gezondheidsrisico’s nemen namelijk toe zodra de hitte toeneemt en er slaapproblemen ontstaan. Tijdens de hittegolf van september 2023 hebben, door een citizen science event, 570 bewoners van Amsterdam hun temperatuur doorgeven. Hoewel de gezondheidsgrens 24 graden is, lagen bijna alle waarden van deze metingen hierboven (afbeelding 2). Met name straling van de zon door een raam beïnvloedt deze binnentemperatuur, eigenlijk zelfs meer dan de buitentemperatuur tijdens de zomer.
Naast deze resultaten heeft het project ook veel aandacht voor het probleem teweeggebracht. De onderzoekers sturen bijvoorbeeld een nieuwsbrief naar de deelnemers om hen op de hoogte te houden van de voortgang van het onderzoek. Deze nieuwsbrief wekt veel interesse, wat duidelijk maakt dat het probleem dicht bij de mensen zelf staat. Binnen de gemeenschap van Amsterdam wordt de informatie over hitte mondeling doorgegeven. Daarnaast wordt er via nieuwsartikelen, radio-uitzendingen en workshops meer aandacht op het probleem gevestigd. Zo ontstaat er meer bewustzijn onder de kwetsbare groepen en beleidsmakers. Ook in Wageningen dragen de onderzoekers bij aan het studentenvak Urban Hydrometeorology om kennis over het onderwerp verder te verspreiden.
De onderzoekers hebben vooral gemerkt dat communicatie cruciaal is voor het succes van een citizen science-project. Hoewel veel mensen betrokken raken en blijven, gebeurt dit alleen effectief als er goed wordt gecommuniceerd.
Vervolgstappen
Volgende stappen binnen het project borduren voort op het Living Lab en dragen bij aan het verder begrijpen van de factoren die invloed hebben op de dynamieken van de binnentemperatuur. Zo wordt er nu een model ontwikkeld dat de klimatologie van de huizen meeneemt in het voorspellen van de binnentemperatuur. De 100 bewoners verstrekken informatie over het gebouwontwerp (bijv. oppervlak kamer, oriëntatie en oppervlak raam, energie label), over menselijk gedrag (hoe ervaren ze hitte in hun huis en wat doen ze er tegen (bijv. wanneer ventileren en wel/geen gordijnen dichtdoen)), en over de omgeving (bijv. local climate zone). Er wordt dan gekeken of er relaties bestaan tussen deze factoren en het binnenklimaat. Hierbij helpen ook bachelor- en masterstudenten van Wageningen Universiteit mee tijdens het schrijven van hun scriptie.
Kortom, citizen science speelt een belangrijke rol bij de inzichten rondom het binnenklimaat in Amsterdam. Dit kan uiteindelijk leiden tot een versterking van de Amsterdamse gemeenschap en meer aandacht voor het probleem van hitte binnenshuis.