category_news
Fors lagere nitraatuitspoeling uit grasland bemest met rundveedrijfmest vergeleken met kunstmest KAS
Vervanging van 60% van de jaargift KAS door rundveedrijfmest gaf op uitspoelingsgevoelige zandgrond een 35% tot 44% lagere nitraatuitspoeling, bij een drijfmestgift van twee keer de EU-norm. Bij een vergelijking van alleen KAS met alleen drijfmest was de uitspoeling 57% tot 74% lager. Dat blijkt uit resultaten van een tweejarige veldproef uitgevoerd door Wageningen Livestock Research en Onderzoekcentrum B-WARE.
Nitraatuitspoeling blijvend grasland
De uitkomsten zijn relevant omdat melkveehouders de komende drie jaar het gebruik van dierlijke mest op grasland moeten afbouwen (einde EU derogatie). Hierdoor zou de nitraatuitspoeling naar het grond- en oppervlaktewater moeten afnemen. “Maar dat kan voor grasland andersom uitpakken”, zegt Wageningese onderzoeker Herman de Boer. “Blijvend grasland heeft al een relatief lage uitspoeling. Als het aandeel drijfmest in de bemesting hoger is, blijkt de uitspoeling nog lager. Afbouw van het huidige aandeel drijfmest, en aanvulling van het verschil met minerale meststoffen, zal op grasland de nitraatuitspoeling niet verlagen maar verhogen.”
Groter verschil na droog seizoen
De experimentele resultaten zijn een bevestiging van een hypothese uit een eerdere literatuurstudie (2017). Ook bevestigd werden eerdere hypotheses dat het verschil in uitspoeling tussen drijfmest en kunstmest KAS groter zou zijn na een droog dan na een ‘nat’ groeiseizoen, en dat nitraat ook in het groeiseizoen naar grotere diepte kan spoelen.
Bij vergelijking van de nitraatuitspoeling tussen de behandelingen was na het eerste (droge) groeiseizoen de gemiddelde nitraatconcentratie in uitspoelend water 73 mg l-1 bij bemesting met alleen KAS en 41 mg l-1 wanneer 60% van de KAS-gift werd vervangen door drijfmest. Na het tweede (‘natte’) groeiseizoen waren deze concentraties respectievelijk 49 en 32 mg l-1. Bij een vergelijking van alleen KAS met alleen drijfmest waren de gecorrigeerde concentraties voor het eerste seizoen respectievelijk 44 en 11 mg l-1 (-74%) en voor het tweede groeiseizoen respectievelijk 30 en 13 mg l-1 (-57%).
Onderzoekspartners
Het onderzoek was onderdeel van een groter onderzoek naar de werking van zeoliet, dat werd gefinancierd door het Mesdag Zuivelfonds, LTO Noord, de PPS Ruwvoer en Bodem, Provincie Limburg en Waterleiding Maatschappij Limburg.