category_news
Fact check: hoe schadelijk is methaan nu helemaal?
Methaan helpt mee aan de opwarming van de aarde; het is dus een broeikasgas. Van alle methaan die in Nederland wordt geproduceerd, is 70% afkomstig uit de veehouderij. Een fors percentage. Maar, hoe erg is dat nu helemaal? Want, anders dan andere broeikasgassen wordt methaan in de atmosfeer relatief snel weer afgebroken. Theun Vellinga is senior onderzoeker bij Wageningen Livestock Research en legt het ons uit.
Welke broeikasgassen zijn er en hoe verschillen ze?
Broeikasgassen zijn belangrijk. Ze vormen een deken om de aarde. Zonder broeikasgassen zou het onleefbaar koud zijn op aarde. Het probleem van het broeikasgaseffect is dat de deken veel te dik wordt en de temperatuur op aarde stijgt. Daardoor ontstaan perioden van droogte of juist teveel neerslag, smelten de poolkappen, enzovoorts.
Vellinga: “Er zijn drie broeikasgassen: koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4) en lachgas (N2O). Ruwweg kan je zeggen dat ze alledrie ontstaan bij de afbraak of verbranding van organische stoffen. CO2 (en NOx) ontstaan met name door verbranding van diesel, bruinkool of benzine. Niet alleen bij transport en verkeer, maar ook in productieprocessen. Van het beton in je huis tot de nietjes in je meubilair, bijna alles in ons leven levert CO2 op tijdens het produceren ervan.”
“Methaan komt vrij tijdens de afbraak van organische stoffen. Bijvoorbeeld in het maagdarmstelsel van dieren, tijdens het eten van voedsel. Vooral herkauwers (koeien, geiten, schapen) produceren veel methaan. Methaan is bovendien 34 keer krachtiger dan koolstofdioxide. Dus, de aarde warmt extra snel op als er meer methaan in de atmosfeer is. N2O ontstaat bij processen waar stikstofverbindingen een rol spelen: bij mestopslag en mestaanwending.”
Wat is de theorie van de korte koolstofkringloop en klopt die wel?
“CO2 blijft heel, heel lang in de atmosfeer hangen. Vele duizenden jaren.. Dat broeikasgas stapelt zich dus op, en de ‘deken’ om de aarde wordt dikker. Het unieke aan methaan is dat het in ruim 8 jaar tijd in de atmosfeer halveert. De andere helft wordt CO2. Dus als je vandaag 100 kilo methaan uitstoot, dan is daar over 8.5 jaar nog 50 kilo van over en na nog eens 8.5 jaar nog maar 25 kilo, enzovoorts.”, legt Vellinga uit. “Die CO2 heeft een zogeheten korte kringloop doorlopen: het werd door gras, mais e.d. omgezet in plantmateriaal, dat de koe weer omzet in CO2 en CH4. En die CH4 wordt vrij snel weer CO2. Niks aan de hand, zou je zeggen.”
“Maar kijk uit dat je het probleem daarmee niet te klein maakt. Voor je het weet lijkt het alsof er met methaan niets aan de hand is. In tegendeel. Zo lang methaan in de atmosfeer hangt, draagt het heel sterk bij aan de opwarming. Tijdens de levensduur van methaan is dat wel 80 tot 100 keer sterker dan CO2.”
“Maar het voordeel is dat het snel verdwijnt. Het verminderen van de methaanuitstoot kan zorgen dat de concentratie van methaan in de atmosfeer daalt en dat daardoor het broeikaseffect zelfs afneemt. Bij vermindering van CO2blijft het huidige broeikaseffect gelijk en wordt het alleen niet groter. Verminderen van methaan is dus effectiever dan verminderen van CO2. Maar het moet beide gebeuren, zover zijn we inmiddels al wel.”
Wat staat de boer nu te doen? En wat doet WUR?
“Emissies uit de veehouderij zijn een serieus probleem. Ondanks flinke verbeteringen de afgelopen decennia, moet er aan vermindering van de broeikasgassen nog steeds veel gebeuren.”, zegt Vellinga, “Bovendien is er echt nog wel de nodige ruimte voor verbetering. Maar, de boer kan dat niet alleen, zo betoogde ik eerder al in NRC. Ook jij en ik, en andere consumenten moeten aan de bak. Je kunt niet je hoofd blijven schudden en tegelijkertijd een kiloknaller kopen.”
“De boer is slechts een schakel in een landbouwvoedselsysteem, dat bestaat uit toeleverende bedrijven, ondersteunende diensten, verwerkers, supermarkten en ten slotte de consument. Samen vormen zij een keten van onderlinge afhankelijkheden. Iedere partij daarin moet worden aangesproken op zijn verantwoordelijkheid voor verduurzaming.”
Integraal aanpakken
In opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit onderzoeken Wageningen University & Research, LTO, CLM en Schuttelaar & Partners een integrale aanpak van de methaan- en ammoniakproblematiek. De aanpak is erop gericht om veehouderijbedrijven in Nederland op elke grondsoort, keuze te kunnen bieden voor passende oplossingen.